De dollar liet eind vorige week een rally zien ten opzichte van zijn tegenhangers in de G10 – maar moest vrijdag alle koerswinst weer inleveren toen het banenrapport een (lichte) teleurstelling bleek te zijn. De banencijfers zijn nog steeds lastig te interpreteren, maar andere indicatoren voor mondiale groei blijven op economische kracht wijzen en de inflatiedruk neemt niet af. De meeste valuta van opkomende markten wisten de week hoger af te sluiten doordat de commodityprijzen blijven stijgen.

Vorige week zagen we de thema's terug die de financiële markten in de afgelopen zes maanden hebben bepaald. De prijzen van commodity's veerden sterk op, de inflatiecijfers uit de VS waren een opwaartse verrassing en risicoactiva rallyden, waardoor de commodity-gevoelige valuta uit opkomende markten bovenaan de ranglijsten terechtkwamen.

De grote valuta bewogen vorige week niet veel, maar de centrale banken in Oost-Europa werden plotseling 'hawkish' – en dat trok alle aandacht. De Poolse zloty en de Hongaarse forint schoten naar de toppen van de ranglijsten. De commodityprijzen daalden, en het effect daarvan op de olievaluta was voorspelbaar.

Wereldwijd staan de koersen van risicoactiva nog steeds historisch hoog, maar na de inflatieverrassing in de VS van vorige week – waar we al enige tijd voor hadden gewaarschuwd – lijken deze koersen iets meer te wankelen. Gezien de omvang van de inflatieverrassing is het vrij opmerkelijk dat de rendementen van tienjarige Amerikaanse staatsobligaties met slechts 0,04% stegen.

Het Amerikaanse banenrapport was veel slechter dan verwacht. Hierdoor werd de reeks positieve economische verrassingen uit de VS doorbroken en kelderde de koers van de dollar ten opzichte van vrijwel elke belangrijke valuta ter wereld.

Meer werkkapitaal om meer inkopen te financieren en sneller te groeien - dit bleek de juiste uitkomst voor een Nederlandse importeur van meubels uit Indonesië. Ebury en NLInvesteert stelden een handelsfinanciering beschikbaar van €300.000 om deze groei te financieren.

Vermogensbeheerders herbalanceerden vorige week de portefeuilles, zoals dat vaak gebeurt aan het einde van de maand. Dit leidde tot veel arbitraire volatiliteit op de valutamarkten. De Canadese dollar stond bovenaan de weekranglijst van de G10-valuta. Latijns-Amerikaanse valuta stonden zowel bovenaan als onderaan die lijst.

De Amerikaanse dollar bleef afgelopen week in prijs dalen, waardoor de valuta licht daalde ten opzichte van alle G10-valuta, met uitzondering van de Australische dollar. Toch waren de verschuivingen subtiel en vonden ze grotendeels op opkomende markten plaats.